Bertram en zijn familie hebben het niet breed. Als zijn moeder in het ziekenhuis moet worden opgenomen, is het al helemaal lastig om de eindjes aan elkaar te knopen. Als Bertram, Anders, Oskar, Winni en hun vader op straat worden gezet door de deurwaarder trekken zij uit nood in bij hun Oom Georg. Georg bedenkt een absurd plan om een rijk jongetje te kidnappen om zo aan geld te komen en hoopt op de hulp van zijn neefjes en nichtje. Eerst weigeren zij maar als ook hun vader werkeloos thuis komt te zitten, doen zij toch maar mee. Maar oom Georg's ideeën lopen nooit zoals gepland.